U bent hier:
Baby’s en kinderen

Baby’s en kinderen

Baby’s en kinderen vragen een speciale aandacht, zowel in de geneeskunde als in de osteopathie. Elke ontwikkelingsfase en elk kind vraagt zijn specifieke benadering. Een baby is anders dan een peuter en een peuter is weer anders dan een kleuter of een puber.

Het is aan de osteopaat om op een creatieve wijze het kind te volgen en te behandelen. Kinderen ervaren de behandeling in het algemeen als aangenaam, omdat er zachte mobilisatie-technieken gebruikt worden. Sommige kinderen huilen tijdens de behandeling, terwijl anderen in slaap vallen. Dit komt doordat het ontspannen van weefsels de signalen naar de hersenen verandert, wat een reactie bij het kind teweegbrengt. 
Bij welke klachten kan een osteopaat uw kind helpen?
De meest voorkomende klachten die een osteopaat bij kinderen behandelt zijn :
  • overmatig huilen                                                                                                       
  • oor-en bijholte-ontstekingen
  • ADHD, ADD
  • obstipatie, diarree
  • voorkeursligging
  • afvlakking van de schedel
  • hoofdpijn
  • buikpijn
  • dyslexie, dyscalculie
  • leerproblemen
  • concentratieproblemen
  • slaapproblemen
Huilbaby’s, onrustige baby’s en reflux
Door de zachte technieken is osteopathie bij uitstek geschikt voor het behandelen van baby’s.
De zwangerschap en/of de geboorte kunnen spanningen veroorzaken, waardoor de baby zich slecht in zijn vel kan gaan voelen. Dit kan oorzaak zijn waarom een baby veel gaat huilen. 
Ook kan het darmstelsel geprikkeld raken, doordat een zenuw die de darmen aanstuurt geïrriteerd kan raken door een blokkade in de schedelbasis. Hierdoor kunnen er darmkrampjes, winderigheid, obstipatie en reflux ontstaan. Door lichte mobilisatie van de schedelbasis wordt de blokkade opgeheven en de irritatie weggenomen. 
 
 
Oor-en bijholte-ontstekingen
Steeds terugkerende oorontstekingen hebben vaak te maken met een verminderde drainage van het middenoor via de buis van eustachius. Deze buis kan in zijn functie belemmerd worden als de schedelbotten – waar de buis van eustachius doorloopt – minder mobiel zijn.